Met de verdieping in de neurofysiologische aspecten van interpersoonlijke relaties, kom ik ook leuke dingen over mezelf te weten. En bovenstaande kop is er één van.
Nu moet je weten, dat ik altijd enige weerstand had op het woord ‘lichaam’ t.o.v. het woord ‘lijf’. Dat heb ik nooit verder onderzocht, alleen ondervonden. Door het lezen van ‘The Master and his Emissary’ van Iain McGilchrist kwam ik er achter wat deze weerstand op het woord ‘lichaam’ zomaar zou kunnen hebben veroorzaakt. Of beter gezegd: waarom het me zoveel meer bevalt om het woord ‘lijf’ te gebruiken.
Immers, voor dat ik deze wetenschap doornam, schreef ik al de nascholing ‘Traumatische herinneringen en het lijf’, niet ‘Traumatische herinneringen in het lichaam’.
Van hem begrijp ik (op pag. 144) dat het woord ‘lichaam’ van het Duitse woord ‘körper’ komt; ‘lichaam als materieel object’. Het lichaam bevindt zich in de wereld. McGilchrist gaat zo ver als te zeggen dat het lijkt alsof de preferentie voor dit woord van het linkerbrein afkomstig is. Dan begin ik al enigszins te grinniken, omdat ik steeds beter de wezenlijke verschillen tussen het linker- en rechterbrein ga snappen.
Waar de linkerhersenhelft wel vaart op het beschouwende, het gekende, dat wat wordt gekend en in woorden wordt vastgelegd, gaat de rechterhersenhelft voor het totaal. Die rechterhemisfeer gaat voor het gevoelde, dat wat in de wereld is en wordt belichaamd.
Of moet ik nu belijfd zeggen? Oh, nu is de verwarring compleet!
In ieder geval verwoordt het ‘lijf’ niet alleen dat wat leeft maar ook iets wat wordt geleefd en beleefd. En met dat geleefde lijf, ‘the embodiment’ van de wereld, wordt steeds duidelijker waarom ik blijkbaar vanuit een gevoeld weten, voor het woord ‘lijf’ kies. Mijn rechterhersenhelft heeft hier duidelijk haar voorkeur uitgesproken!
Reacties
In “levenslust en Levenskunst” van Frans Veldman wordt dit onderwerp breed uitgewerkt. Veldman gebruikt de term lichamelijkheid vaak in combinatie met bezield en beschrijft de mens als bezielde lichamelijkheid. Termen als lichaam en lijf zijn te weinig beschrijvend in die zin dat object en subject van lichamelijk zijn uiteindelijk deel uitmaken van een ondeelbaar persoon-zijn met te onderscheiden aspecten in lichamelijkheid, geest en gemoed.
Dank je wel, Willem, voor je mooie bijdrage. Fijn dat je die hier wilde laten lezen.
Mooi en boeiend inderdaad. Hierop aanvullend: Vanuit het perspectief van Wilber staat het lichaam in het rechter bovenkwadrant wat staat voor het objectiveerbare, dat wat je kunt meten. Linker bovenkwadrant meer het beleefde, het lijf. En eigenlijk raak je wanneer je het lijf aanraakt alle kwadranten. Het lijf omvat zoveel meer dan het lichaam ?
Dank je wel, Evelien!
Ik heb één van zijn boeken er even bijgepakt en wat is die man toch ook boeiend in al zijn wijsheid. Fijn dat je hem er bij haalde. Zoveel nog te begrijpen en te ervaren.
Grappig om deze uitleg te lezen. Ik heb dezelfde voorkeur voor lijf. Mijn zoon juist niet. En ik heb me daar over verwonderd.
Dank je wel Els, voor je reactie.
Ja, daar kun je je zo over verwonderen. Herken je – in jullie – in de manier waarop jullie met dingen omgaan ook het verschil tussen ‘het beschouwende’ en ‘het beleefde’?